De VAR exit, leve de DBA?
29 november 2016
Sinds 1 mei 2016 is de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (Wet DBA) ingetreden.
De afgeschafte VAR-verklaring fungeerde oorspronkelijk als zelfstandigheidsverklaring voor een medewerker, als bewijs van uitzonderingen op een aantal zogeheten fictieve dienstverbanden. Teneinde de opdrachtgevers van dergelijke medewerkers/zzp-ers te vrijwaren van met name (het risico op) fiscale en sociaalverzekeringsrechtelijke heffingen, werd een vrijwaring vooraf verleend. Onder de Wet DBA is dat nu niet meer mogelijk.
Per 1 mei 2016 mogen opdrachtgevers van freelancers en zzp-ers de zogenaamde gelijkgesteldenregeling en thuiswerkersregeling buiten toepassing verklaren in een contract.
Per sector wordt er een zogenaamde modelovereenkomst ontworpen, een standaard overeenkomst, welke door de Belastingdienst is goedgekeurd. De modelovereenkomst is via de website van de Belastingdienst verkrijgbaar. Wanneer er exact gewerkt wordt volgens de overeenkomst, ontstaat er geen fictieve dienstbetrekking tussen de inlener en de professional, met de hiervoor bedoelde risico’s. Sluit deze modelovereenkomst niet (genoeg) aan op de betreffende werkzaamheden van de freelancer/zzp-er, dan verdient het de voorkeur om een eigen overeenkomst ter goedkeuring in te dienen bij de Belastingdienst.
Daarbij is het nuttig en nodig om de te verrichten werkzaamheden zo uitgebreid en specifiek mogelijk te omschrijven. Daarnaast moeten heldere afspraken vooraf worden gemaakt over het in rekening te brengen tarief aan de opdrachtgever, de duur van de opdracht en de resultaatsverplichting richting de opdrachtgever.
Voorts is het noodzakelijk althans nuttig om gedurende de looptijd van de opdracht samen met de opdrachtgever regelmatig te checken of de werkzaamheden in de praktijk niet afwijken van de omschrijving, zoals die vooraf is opgesteld in de overeenkomst. Verder behoeft het weinig betoog, dat de zzp-er/freelancer altijd moet voldoen aan de door de Belastingdienst opgestelde criteria van ondernemerschap.
Bestaan c.q. ontstaan er (tijdens de rit) risico’s als hiervoor bedoeld, dan moet alsnog een alternatief worden nagegaan, te weten het ofwel in dienst nemen van de medewerker als werknemer, dan wel deze inhuren via een uitzendbureau c.q. intermediair.
Het blijft oppassen geblazen!